Vrijwilliger voor mensen met een ernstige beperking
Vrijwilliger
Ringvaart en Amstel-meer, Hoofddorp en Aalsmeer
Hoe ga je om met een medemens met een ernstige, vaak meervoudige beperking? Iemand met weinig of geen taal? Hoe maak je contact en kan je iets toevoegen aan iemands leven? Henny van der Zee is vrijwilliger op de Ringvaart en Amstel-Meer, twee voorzieningen van Ons Tweede Thuis voor mensen met een ernstige meervoudige beperking.
Henny heeft gewerkt in de ouderenzorg en veel ervaring met dementerende mensen. De specifieke aandacht die je nodig hebt om kleine signalen te begrijpen, komt goed van pas bij haar huidige rol als vrijwilliger. Een rol die ze enthousiast heeft omarmd.
Herkenning en enthousiasme
Henny: “Ik heb een duidelijke taak op een vaste ochtend in de week. Op Amstel-Meer bijvoorbeeld. Eerst even koffie drinken met de cliënten. Ik kom binnen en begroet iedereen door ze aan te kijken en bij de naam te noemen. Niet dat ik dan echt antwoord krijg maar je ziet aan de manier hoe iemand terugkijkt dat je contact maakt.
De blijdschap waarmee je ontvangen wordt, de herkenning en het enthousiasme om op stap te gaan.
Naar buiten, boodschappen doen in het winkelcentrum. Onderweg zegt iemand wel vijf of zes keer achter elkaar: ‘Lekker he’. Altijd weer hetzelfde, maar de manier waarop ze het zegt, spreekt boekdelen voor mij.
Krenten in de pap
Na de boodschappen gaan we even langs op het nabijgelegen Dienstencentrum van Ons Tweede Thuis. In het restaurant nemen we een lekker kopje koffie en ontmoeten daar allemaal mensen die er kantoorwerk doen. Ook die ontmoetingen voegen echt weer iets toe. Dat zie je en dat voel je. Als vrijwilliger kan je dat faciliteren. De begeleiding heeft het druk met dagelijkse taken. Ik ben een aanvulling daarop en beschouw het zelf als ‘de krenten in de pap’.
Ritueel
Daarnaast voel ik me ook echt opgenomen in hun wereld. Ik krijg de noodzakelijke voorlichting over de mensen met wie ik op stap ga en aan het einde van mijn ‘dienst” geven de cliënten op hun manier aan ‘ah Henny blijf nog even lunchen. Dat doe ik bijna elke keer. Een ritueel misschien, maar in het leven van de cliënten van Amstel-Meer is zoiets echt betekenisvol.
Dankbaar?
Wat het met me doet? Er zijn natuurlijk de gebruikelijke clichés over dankbaar werk, maar ik zou het eigenlijk willen omdraaien. Ik ontleen er namelijk minimaal zoveel plezier aan als de mensen met wie ik op stap ben. Maar als we het er dan toch over moeten hebben, dan is het de dankbaarheid die altijd weer geuit wordt door de begeleiding van de groep. Dat je er bent voor hun cliënten.”