Haal er hulp bij als het nodig is
Cliënt, moeder en persoonlijk begeleiders
Wat doe je als je ziet dat het niet goed gaat met je dochter en je cliënt? Als je niet meer weet wat je moet doen? Dan ga je bij elkaar zitten en je zoekt hulp. Bijvoorbeeld van iemand met veel ervaring en deskundigheid, een casemanager. Voor Dilara Sen was dat een goede stap.
Dilara kan niet praten. Maar we zagen in de filmopnames dat zij contact zocht door heel lichtjes tegen de voet van een begeleider te tikken.
Jolanda Overkleeft, Dilara’s moeder, was radeloos. Zij zag dat Dilara gespannen was. Dat uitte Dilara door zichzelf en anderen pijn doen. Zij huilde veel en trok zich letterlijk de haren uit haar hoofd. “Pure onmacht”, vertelt Jolanda, “Het was zo naar om haar zo te zien. Haar persoonlijk begeleider stelde voor om een casemanager om hulp te vragen.”
Annemarie Meijer is casemanager en zij ging aan de slag met begeleiders en de directe familie van Dilara. Jolanda: “Het was heel fijn. Ik had het gevoel dat we er met z’n allen voor gingen.
We voelden ons als familie ondersteund en gehoord. Dit is echt werken in de driehoek van cliënten-familie-begeleiders.”
Fatima Ratbi, de tweede persoonlijk begeleider van Dilara, vult aan: “Begeleiders konden hun eigen ervaringen vertellen. Wat gaat niet goed én wat gaat wel goed. Dilara is bijvoorbeeld heel nieuwsgierig. Ze is vrolijk en kan heerlijk giechelen.”
Kleine signalen
Onderdeel van casemanagement is samen naar filmopnames kijken. Dat gaat stapje voor stapje vertelt Fatima: “Steeds vroeg Annemarie ‘wat valt op’. Je merkt dat je allemaal iets anders ziet wat opvalt en met elkaar krijg je een goed beeld. Het is heel belangrijk dat je signalen van Dilara oppakt. Dilara kan niet praten maar we zagen in de filmopnames dat zij contact zocht door heel lichtjes tegen de voet van een begeleider te tikken. Kleine signalen die heel belangrijk zijn maar die je snel over het hoofd ziet. Annemarie heeft ons handvatten gegeven. Als team gaan we daarmee door om te zorgen dat het zo blijft.”
Nooit gedacht
Jolanda: “Ik word er helemaal gelukkig van als ik zie hoe goed zij het nu doet. Ze slaat zichzelf minder, lacht meer en maakt meer contact. Ze zwemt nu zelfs iedere week in een openbaar zwembad. Dat had ik nooit gedacht.
Je ziet een heel andere Dilara.”
“Ja”, gaat Fatima verder, “Een collega ging met haar skelteren. Dat doet ze nu gewoon. Ze brengt haar eigen bord naar de keuken. Het lijken kleine dingen maar het is een grote verandering.”
Ik weet hoe het is
Jolanda heeft begrip voor de begeleiders: “Als begeleider mag je ook best zeggen dat iets moeilijk is. Ouders en begeleiders kunnen dat herkennen bij elkaar. Ik weet als moeder hoe het is om voor Dilara te zorgen en dan hebben de begeleiders nog meer cliënten. Dat is heel pittig voor begeleiders. Ik ben kritisch, maar als ik me zorgen maak, kan ik dat altijd bespreken. We zijn open naar elkaar, met respect. En dan kun je samen ver komen, kijk maar eens hoe Dilara nu is.”