Wonen bij wooncentrum Amstel-Meer
Bewoners Amstel-Meer
Amstel-Meer, Aalsmeer
Wooncentrum Amstel-Meer heeft diverse groepswoningen. Een paar bewoners willen graag vertellen over ‘hun’ woning: Sjoek en Aroen, en Yannick en Herman.
Sjoek en Aroen zijn twee broers die weliswaar in verschillende groepen wonen maar veel onderling contact hebben. Samen met begeleiders Anneke en Maartje vertellen zij wat ze allemaal doen op de woning.
De kapper is onlangs geweest en Aroen is erg blij met zijn korte kapsel. Hij vindt het belangrijk dat hij er goed uitziet: geknipt en geschoren, mooi overhemd aan. Hij maakt zelf graag prachtige sieraden, maar ook spelletjes vindt hij heel leuk om te doen. Anneke vertelt dat Aroen heel behulpzaam is. “Koken”, voegt Aroen zelf toe. Hij helpt kok Frans, “ouwe reus”, zoals Aroen Frans noemt, met koken. Sjoek is meer van het tafel dekken en afruimen dan van het koken. Beide heren maken zelf hun bed op, maken eens per week hun kamer schoon en kunnen zichzelf verzorgen. Maartje vertelt dat de begeleiding dit soort dingen ook stimuleert: “Het is belangrijk dat zij die vaardigheden behouden”.
Carnaval
Als we vragen wat er allemaal gebeurt op de woning komt Sjoek als eerste met “Alaaf”: er is net carnaval gevierd. Sjoek ging als piraat, Aroen vond een hoed wel genoeg. Maartje vertelt dat Sjoek wel van gek doen houdt. Hij lijkt heel verlegen maar als hij eenmaal los komt, kan hij de clown spelen. Het carnaval was een groot succes: “dansen”, aldus Aroen. Maar er zijn veel meer activiteiten op de woningen. Voorleesavond, koor, wandelen, elke dag samen koffie drinken op de woning, DVD kijken, disco, zwemmen, muziek luisteren. Sjoek maakt ook zelf muziek, op zijn gitaar. Samen met Anneke gaat Aroen iedere zaterdag naar het dorp om een tijdschrift te kopen. Bij mooi weer op de tandem en anders met de auto. Beide broers gaan samen iedere maand een keer met de taxi naar Den Haag naar hun broer en schoonzus. Zij komen uit een grote familie en broers en zussen komen ook op bezoek in Aalsmeer. Altijd erg gezellig, zeker ook omdat er dan lekker roti gemaakt wordt door de schoonzus.
Huisgeit onthoofd
Yannick knuffelt graag even met begeleidster Karin. Hij schudt vandaag bij alles wat we aan hem vragen ‘nee’ maar is wel regelmatig aan het lachen. Eigenlijk best gezellig zo’n gesprekje. Favoriet op de woning bij Yannick is het waterbed en de ballenbak. Na het dagcentrum wat drinken met een koekje erbij en daarna even de tuin in, in de ballenbak of op het waterbed. Herman vindt het waterbed maar niks: “verdrinken”, zegt hij. “Het geklots van water doet hem aan een sloot denken en daar kun je in verdrinken”, legt begeleidster Laura uit. Maar muziek luisteren vindt hij wel erg leuk. Vooral oude liedjes van Doris en Ome Willem zijn favoriet. Daar kun je fijn op mee neuriën. Wat Herman ook graag doet, is wandelen, in zijn rolstoel geduwd door Laura. “We hebben dan hele gesprekken, ongelooflijk”, vertelt Laura, “over auto’s, huizen, de boerderij, over vroeger. Of over vogels en alle plantjes die we uit de grond zien komen”. Yannick rijdt zelf graag met zijn rolstoel door de tuin. Dat kwam de huisgeit niet echt ten goede want Yannick reed er pontificaal tegenaan en de geit moest zijn hoofd missen. Hij moet zelf erg lachen als hij dit verhaal weer hoort.
Uitslapen
De cliënten van Jasmijnstraat 27, 29 en 31hebben intensieve verzorging nodig.
De meeste bewoners gaan naar het naastgelegen dagcentrum. “‘s Ochtends was het altijd een race tegen de klok om iedereen op een redelijke tijd uit bed te krijgen. Er zijn nu uitslaapochtenden ingesteld voor bewoners die dat prettig vinden”, aldus Karin. Zo is er meer tijd en rust om iedereen te helpen. Deze tijd is ook belangrijk omdat het echt contactmomenten zijn tussen begeleiders en bewoners.
Karin: “Na het avondeten drinken we samen koffie. Daar genieten de meesten erg van. Yannick gaat dan even uit zijn rolstoel en zit een tijdje op de bank. Soms muziek aan of samen televisie kijken, bijvoorbeeld The Voice Kids. Om half negen/negen uur gaan de eerste bewoners naar bed.”
Vertrouwen en humor
Laura: “Herman woont op de ouderengroep, daar gaat alles wat rustiger. Hij vindt het erg leuk om over zijn zussen en broer te praten. Als persoonlijk begeleider probeer ik zelf ook contact te onderhouden met zijn familie. Yannick heeft een bezoekvrijwilliger: oom Hans. Die komt vaak op bezoek, eet mee en gaat met hem wandelen. Yannick lacht volop als hij Karin dat hoort vertellen en moet weer even met haar knuffelen. “Wat het voor mij zo leuk maakt in het werk”, legt Laura uit, “is de interactie met de bewoners. Je leert ze van top tot teen kennen en ze gaan je helemaal vertrouwen.” Karin vult aan: “Het is een uitdaging om het leven voor hen zo prettig mogelijk te maken. We letten op alle signalen, hoe klein ook.” “En humor, er is zoveel humor hier”, aldus Laura.
Dit artikel is eerder verschenen in Ons Tweede Thuis Magazine, juni 2014